De tiener en zijn brein

Lezing Jelle Jolles

Hoe kan het dat zelfs de slimste tieners de domste dingen doen? Waarom lijken zij hun smartphone en vrienden zoveel belangrijker te vinden dan leren? En wat bepaalt dat een kind met plezier naar school gaat, nieuwsgierig is en hobby’s ontwikkelt? Hoe ga je daar als professional of als ouder mee om? Dat zijn de vragen waar Jelle Jolles in zijn lezing antwoord op heeft gegeven. Wil je weten welke inzichten ik heb opgedaan? Ben je benieuwd naar The School Of Life en wat zij nog meer aanbieden? Lees dan verder.

Lezing Jelle Jolles in de Westerkerk Amsterdam

“Ouders, leraren en coaches zijn hoveniers in het hersentuintje van de adolescent. Zij onderhouden het gewas, zorgen voor cognitieve en emotionele voeding en beschutting en begeleiden de groei. Daarmee scheppen zij de voorwaarden voor de persoonlijke ontplooiing”.

De kernstelling van Jelle Jolles is dat de adolescentie een periode is van kansen en mogelijkheden (en niet alleen van kommer en kwel). Als samenleving maar vooral als ouders en leraren kunnen we de voorwaarden verbeteren voor zowel het schools presteren, als voor de persoonlijke groei en ontplooiing.

Besteed aandacht aan de persoon van de leerling

Studieprestaties en leerattitude kunnen worden verbeterd door aandacht te geven aan de persoon van de leerling en diens executieve vaardigheden:

  • Oefening in zelfstandig worden
  • Ervaring krijgen met informatie, kennis, met emotionele feedback
  • Ervaring krijgen met vele soorten materialen
  • Oefening in zelfregulatie
  • Op grond daarvan het krijgen van controle
  • En daardoor in staat zijn tot zelfregulatie
  • En het perspectief van de ander leren kennen: van de leraar, de ouder, de vriend(in)
  • En daarmee de lange termijn-consequenties kunnen beoordelen
  • In sociale zin
  • En in emotionele zin

Mijn dochter Laura is super slim en weet al zo veel… waarom doet ze dan soms van die ongelooflijk stomme dingen?

Volgens Jelle komt dat omdat ze werk in uitvoering is. Sommige ervaringen heeft ze nog helemaal niet gehad, ze heeft nog weinig kennis, ze ‘oefent’ nog in haar neuropsychologische vaardigheden. Daarnaast rijpen haar hersenen nog door tot ongeveer 25 jaar. Jelle tipt om de gebruiksaanwijzing van de tiener te leren begrijpen.

Waar gaat het de tiener om en waar denkt hij over?

Het gaat de tiener om nieuwe ervaringen, nieuwe dingen, nieuwe belevingen, nieuw gedrag, nieuwe relaties, oefenen en uitproberen. De tiener vraagt zich af: wat is dat? Wat bedoelt zij? Hoe doet hij dat? Waarom is dat zo? Hoe werkt dat? Hoe vindt hij/zij mij? Hoe pak ik dat aan?

Tieners leren door het krijgen van feedback. Op die manier ontwikkelen ze zelfregulatie. Denk hierbij aan feedback op de volgende gebieden: op cognitief gebied, op psychologisch gebied, op het gebied van handelen, op emotioneel gebied, bij het kiezen, op psychosociaal gebied en op het gebied van zelfregulatie.

Kenmerken van verschillende fasen in de adolescentie

Jelle beschrijft puntsgewijs de verschillende kenmerken van de vroege- en middenadolescentie.

De vroege adolescent:

  • Is concreet, opportunistisch, overziet alleen de korte termijn consequenties
  • Heeft veel moeite met plannen, regelen, controleren en kiezen
  • Is nog wat impulsief en heeft moeite met het remmen van gedrag
  • Neemt makkelijk risico’s
  • Is meer gericht op positieve dan op negatieve feedback
  • Heeft heftige emoties en snelle stemmingswisselingen
  • Vormt vriendschappen op basis van eigen belang
  • Kan blijdschap en boosheid herkennen: heeft moeite met complexere emoties

De midden-adolescent:

  • Kan simpele taken plannen en controleren
  • Heeft nog moeite met lange termijnkeuzes of – beslissingen
  • Kan omgaan met negatieve feedback
  • Neemt nog steeds te snel risico’s
  • Kent grote problemen met autoriteit en grenzen stellen
  • Heeft nog steeds heftige emoties en stemmingswisselingen
  • Is gericht op aanpassing aan de regels in de peergroup
  • Leeftijdsgenoten spelen een belangrijke rol: hij is gevoelig voor sociale druk

De taak van de leraar en ouder

Wacht niet tot de hersenen ‘klaar’ zijn, maar begin met actief stimuleren, inspireren en coachen. Je rol als ouder en leraar verandert. Het is belangrijk om de tiener te helpen met zelfevaluatie en je coachende functie te versterken. Het is goed om een rol in te nemen als verhalenverteller. Help de tiener bij het leren ver-beelden. Geef de tiener structuur en sturing. Stimuleer denken en redeneren met de peergroup, stimuleer ervaringen en oefenmogelijkheden. Laat de tiener hierbij oefenen met risico’s. Jelle noemt verschillende denk-stimulerende vragen:

  • Wat doe je?
  • Waarom doe je het?
  • Hoe werkt het?
  • Heeft het een naam?
  • Wat bereik je ermee?
  • Wat zou er gebeuren als?

De tiener vindt het heerlijk om te redeneren en argumenteren

Moedig het redeneren en argumenteren aan maar zorg dat je samen gespreksregels opstelt. Dat voorkomt dat je in een zinloze en frustrerende welles-nietes discussie terecht komt. Wederzijds respect is essentieel. Respecteer ook een afwijkend standpunt. Corrigeer nooit de logica van de adolescent en wees er ook niet neerbuigend over. Een goede strategie is om te vragen: ‘Interessant, hoe kom je bij deze gedachten of conclusie?’

Tieners dagen je uit en hebben kritiek op de mening of het gedrag van volwassenen. Maar ze hebben jouw feedback ook nodig. Geef inzicht in de achtergrond van jouw opinie. Belangrijk om te onthouden is dat niet iedere onenigheid een conflict is. Neem argumenten niet te persoonlijk of als een aanslag op je autoriteit. Neem het debat als een sociaal interactiemoment, als een moment voor het geven van subtiele of meer directe feedback of inspiratie en als een (voor je tiener) handige mogelijkheid om te oefenen.

De uitdaging voor het onderwijs

Veel van wat de scholier op school leert is – bezien vanuit het kind of de jeugdige – geheel buiten zijn denkkader. De tiener begrijpt gewoon niet waarom hij datgene zou moeten leren. Waarom zou een kind of adolescent eigenlijk uit zichzelf moeten begrijpen waarom hij iets zou moeten leren? Waar zou hij die kennis vandaan moeten halen, die is toch niet met de genen meegegeven?

Het is de uitdaging van de school om nog meer te gaan denken vanuit het denkkader van de scholier. Het begint met een betere uitleg: geef aan dat je kunt begrijpen dat stof misschien saai overkomt, maar leg vooral ook uit wat het belang ervan is. De ervaring heeft Jelle geleerd dat veel leraren saaie stof, toch op een inspirerende manier kunnen brengen.

Bij inspireren gaat het om het wijzen van routes, het schetsen van mogelijkheden die de tiener zelf nog niet heeft overwogen. Het is niet eerlijk om adolescenten zelf een oplossing te laten bedenken voor een probleem dat zij nog niet kennen.

Wat heeft deze lezing mij opgeleverd?

Ik heb genoten van het verhaal van de neuropsycholoog Jelle Jolles. Naast dat hij zijn verhaal pakkend en treffend vertelt, hecht ik ook waarde aan de wetenschappelijke onderbouwing die hij geeft. Het tienerbrein blijkt zo ingericht te zijn dat prikkels van de peergroup eerder binnen komen, dan mijn poging om de leerstof over te brengen doet.

Tijdens mijn lessen besteed ik al aandacht aan de betekenis van leerstof. Altijd probeer ik de leerstof te koppelen aan de beroepspraktijk waarvoor ik mijn studenten opleidt. Het belang daarvan is tijdens deze lezing bevestigd. Ook zie ik in hoe belangrijk het is om feedback te geven aan de studenten.  Feedback op hun gedrag, met uitleg. Wat maakt bijvoorbeeld dat ik bepaald gedrag ongewenst vind? En op welke manier zou ik het graag anders zien? Daarbij zal ik dan voldoende ruimte geven om dit nieuwe gedrag uit te proberen en de student complimenteren als dat lukt. Als ik opmerk dat de student een eigen vorm heeft gevonden om zich een juiste beroepshouding aan te nemen, geef ik dat ook in positieve zin aan.

De lezing heeft mij ook vragen opgeleverd. Op welke manier kan ik coachend een rol spelen in de ontwikkeling van de studenten? In welke zin laat ik de student ervaringen op doen en wanneer stuur ik bij? Hoe schat ik in welke student waarbij het meest gebaat is? Ik vraag de studenten vaak om mee te denken in oplossingen; in hoeverre zijn zij in staat om dat te doen? Bij studenten waarbij het meer dan eens niet lukt om zich aan afspraken te houden; hoe ga ik daar mee om met de kennis die ik nu heb? Welke lijn moet ik trekken als docent of begeleider?

Mijn conclusie is dat ik mij in elk geval realiseer dat de student ervaringen aan het op doen is. De student ‘is werk in uitvoering’.

Meer informatie over het tienerbrein

Jelle Jolles is neuropsycholoog en schrijver van ‘Het tienerbrein – over de adolescent tussen biologie en omgeving’. Voor €24,95 schaf je het boek aan. Meer informatie is te vinden op de websites: www.jellejolles.nl, www.tienerbrein.nl en www.hersenenenleren.nl.

Ken jij The school of life? Heb je wel eens een lezing bijgewoond? Welke lezing was dat en wat sprak jou daarin aan? Hoe ga jij om met tieners? Welke adviezen van Jelle Jolles kan jij inzetten in jouw werk? En als ouder? Laat het ons weten in de reacties.

Word ook onderdeel van de Blijven Leren community!

Op sociale media praten we verder over onderwijs en delen we tips met elkaar. Volg Blijven Leren op Facebook, Youtube en Instagram. Wil je meer dan dat? Bekijk hier meer informatie over mijn diensten en samenwerken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *