Begeleiding van studenten: optimaliseren of leven in een transitie?

blijven leren studentbegeleiding optimalisering of transitie

Als mbo-college sta je midden in de samenleving. Maatschappelijke vraagstukken staan niet los van elkaar. Ze beïnvloeden elkaar voortdurend en komen samen in de klas, bij teams en in leiderschap. Armoede, mentale gezondheid, arbeidsmarktschaarste en digitalisering werken door in gezinnen en in het dagelijks leven van studenten. Niet netjes gescheiden, niet voorspelbaar, maar wel voelbaar. Het roept een vraag op: hoe kijken we naar wat hier gebeurt?

De reflex om het op te lossen

Onze eerste reflex is vaak om te willen oplossen. Er is druk, dus we organiseren slimmer.
Er is te veel, dus we verdelen beter.
Er zijn spanningen, dus we zoeken naar interventies.

We kennen allemaal de uitspraak: als je blijft doen wat je deed, krijg je wat je kreeg.

Optimaliseren helpt. Vaak tijdelijk.
En het kost veel energie.

We trekken harder, kijken scherper, zoeken naar efficiënter. We stemmen af, maken afspraken, bouwen structuren. Soms werkt dat ook echt even. Tot blijkt dat de vraag niet kleiner wordt, maar structureel anders van aard is.

En dan dient zich een ongemakkelijke gedachte aan: wat als dit niet iets is dat we beter moeten doen, maar fundamenteel anders?

Die vraag kan onrustig maken.
En tegelijk opent de vraag iets: ruimte om opnieuw te kijken, zonder meteen te hoeven weten hoe het verder moet.

Wanneer optimaliseren niet meer genoeg is

Als het anders moet, waar begin je dan? Er is geen vastomlijnd eindbeeld. Geen stappenplan. Alleen het gevoel dat het bestaande niet meer helemaal past.

Ik reflecteer hier veel op, en spreek dat ook uit. Niet omdat ik het antwoord heb, maar omdat ik merk hoe herkenbaar deze twijfel is.

Er gebeurt veel in de samenleving. In de politiek. In hoe we met elkaar omgaan. In hoe gezinnen omgaan met tegenslag. Soms gaan armen open voor hulp, soms sluiten ze zich juist. Soms voel je dat het de goede kant op gaat en weet je niet wat het verschil maakt – een persoon, een gesprek, een moment.

Dat alles werkt door.

Wat we ontmoeten in het onderwijs

In het onderwijs ontmoeten we studenten met grote toekomstdromen.
Met passie. Met verlangen om iets te betekenen.

En ook met een kort lontje. Met stress. Met onzekerheid.
En soms met een gevoel van uitzichtloosheid.

Veel van ons zijn dit werk gaan doen om mensen een stapje verder te brengen. Om perspectief te bieden. Om ontwikkeling mogelijk te maken. En daarin ook wat voor te denken.

Maar wat als je zelf ook niet zo goed weet wat die volgende stap is?
Wat als het toekomstbeeld wankel is. Voor studenten, maar ook voor het werkveld waarvoor je opleidt?

Hoe coach je dan?
Blijf je nabij, ook als je geen helder antwoord hebt?
Of trek je je terug naar waar je invloed voelt. Naar het curriculum, de opleiding, het voorbereiden op een werkveld waarvan je ook weet dat het verandert?

Wat is er dan eigenlijk nog zeker?
En hoe zit jij dan in je werk?

Optimalisatie of transitie?

Als je deze situatie bekijkt als optimalisatie, dan zoek je naar verlichting binnen het bestaande:

  • wie kan welke begeleidingsvraag overnemen?
  • hoe verdelen we zorg slimmer?
  • hoe zorgen we dat de coach niet alles hoeft te dragen?

En dat is nodig. Absoluut.

Maar als je dit bekijkt als transitie, verschuift het perspectief.
De groeiende begeleidingsvraag is dan niet alleen een capaciteitsprobleem, maar een signaal. Een teken dat onderwijs, zorg en samenleving anders in elkaar grijpen dan voorheen.

Samenwerken met de omgeving, met jeugdzorg, welzijnsorganisaties, stichtingen die ondersteunen bij geldzaken of mentale gezondheid, is dan niet alleen een organisatorische keuze. Het vraagt iets van hoe we ons werk verstaan.

Taken verschuiven. Grenzen vervagen of worden juist explicieter.
Dat vraagt loslaten, vertrouwen en soms ook rouw om wat niet meer vanzelfsprekend is.
Maar het opent ook de mogelijkheid om niet alles alleen te hoeven dragen.

Misschien wordt hier zichtbaar dat we in een transitie zitten: niet zozeer in het probleem zelf, maar in wat het met verschillende rollen doet.

Dezelfde werkelijkheid, verschillende rollen

De docent staat voor (of in) de klas.
Ziet studenten die willen leren, maar ook veel meebrengen. Voelt dat leren niet losstaat van wat er buiten gebeurt. Wil er zijn voor studenten, en merkt tegelijk: dit is niet waarvoor ik ben opgeleid.
Hoe blijf je professioneel nabij, zonder jezelf te verliezen? Juist door die spanning serieus te nemen, ontstaat ruimte om het vak opnieuw te definiëren.

De coach zit dicht op het leven van studenten.
Hoort verhalen, ziet patronen, voelt machteloosheid. Samenwerken met anderen is nodig – en ingewikkeld. Overdragen voelt soms als loslaten zonder te weten wat ervoor terugkomt. Wanneer doe je genoeg? En wanneer eigenlijk te veel? Samenwerking kan lucht geven, omdat je verantwoordelijkheid kan delen.

De leider beweegt tussen systeem en mens.
Ziet de druk oplopen, voelt verantwoordelijkheid, en merkt dat richting geven lastiger is als er geen helder eindpunt is. Leiderschap vraagt hier misschien minder om antwoorden, en meer om het creëren van veiligheid waarin teams samen mogen zoeken.

De student leeft midden in alles wat schuurt.
Met dromen, maar ook met onzekerheid. Wat zij nodig hebben, is niet dat iedereen alles voor hen oplost, maar dat volwassenen om hen heen samenwerken, elkaar verstaan en laten zien dat complexiteit te hanteren is.

De professional in de wijk wil aansluiten zonder over te nemen.
Heeft expertise, maar ook grenzen. Samenwerking vraagt tijd, vertrouwen en het besef dat niemand het geheel overziet. Juist in die wederkerigheid kan iets nieuws ontstaan.

Wat dit zichtbaar maakt

Als je deze perspectieven naast elkaar legt, zie je iets belangrijks: niemand ervaart dezelfde werkelijkheid op dezelfde manier. En toch gaat het over hetzelfde vraagstuk.

Dat is kenmerkend voor transities.
Ze zijn niet één probleem dat je oplost, maar een beweging waarin rollen, verantwoordelijkheden en verwachtingen verschuiven.

Misschien zit het laaghangend fruit dan niet in nieuwe structuren, maar in andere gesprekken. Gesprekken die ruimte maken. Die laten zien dat verschil geen probleem is, maar een vertrekpunt voor samenwerking.

  • Wat doet dit met jou in jouw rol?
  • Wat kan jij betekenen voor een ander?
  • Waar mag jij ontvankelijker worden voor hulp of expertise van buiten?

Het gesprek dat nu gevoerd mag worden

Transitie begint zelden met een plan. Vaak begint ze met het herkennen dat we elkaar nodig hebben – op een andere manier dan we gewend waren.

Niet om alles vast te leggen, maar om samen te leren leven met een werkelijkheid die fundamenteel veranderd is.

Misschien is dit geen probleem dat opgelost moet worden, maar een beweging waarin we opnieuw leren hoe we ons tot elkaar verhouden.

En misschien begint dat precies hier: bij het gesprek dat we vandaag met elkaar durven voeren.
Niet omdat het meteen alles oplost, maar omdat het ons weer in beweging brengt.

Ik ben benieuwd wat deze tekst met je doet. Deel het gerust via de Blijven Leren Academy.

Word ook onderdeel van de Blijven Leren Community!

Hi, ik ben Shauna. Ik help mbo-professionals om de complexe samenhang tussen onderwijs en samenleving beter te begrijpen, zodat zij betekenisvolle keuzes kunnen maken in hun werk. Niet met kant-en-klare oplossingen, maar door samen te onderzoeken, te reflecteren en te experimenteren met manieren van leren, werken en samenwerken die passen bij complexiteit. In de Blijven Leren Community deel ik denkrichtingen en inzichten die helpen om patronen te herkennen, betere gesprekken te voeren en met meer vertrouwen te navigeren door verandering. Via Instagram en LinkedIn denk en leer ik graag met je mee. 

Leuk dat je er weer bij was, tot de volgende! 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *