Coöperatief betekent dat studenten samen leren of samen plezier maken. Ieders inbreng is belangrijk. De activiteiten verbeteren de sfeer in een groep en zorgen voor betere leerresultaten. Ik maak graag gebruik van vormen waarin studenten samen met de leerstof bezig zijn. Soms stimuleer ik het gesprek, andere keren laat ik ze feedback geven op elkaars werk of ik zorg ervoor dat ze elkaar nodig hebben om tot een volledig eindresultaat te komen. Deze activiteiten zet ik tijdens de les in om de leerstof te behandelen. De toetsing kan anders zijn. In dit artikel deel ik een aantal voorbeelden van het 5-minutenspel van Onderwijs Maak Je Samen. Lees je weer mee?
Waarom coöperatieve werkvormen
Eerst wil ik toelichten waarom ik gebruik maak van coöperatieve werkvormen. Ik geloof erin dat studenten veel leren in interactie met elkaar. Studenten leren van elkaars kennis en ze worden uitgedaagd om hun eigen kwaliteiten in te zetten. Zo leren ze om initiatief te nemen, om elkaar te helpen en om samen met anderen problemen op te lossen.
Voordat je de werkvormen inzet
Je kunt niet zomaar studenten bij elkaar in de groep plaatsen en ze instrueren om samen te werken. Ik doe het soms wel, om te kijken wat het doet, maar om echt te spreken van coöperatief leren moet er voldaan worden aan 5 basiskenmerken:
- Positieve wederzijdse afhankelijkheid: de studenten moeten elkaar nodig hebben, dus zorg voor een taak die qua complexiteit vraagt om samenwerking. Geef bijvoorbeeld iedereen een rol;
- Individuele verantwoordelijkheid: de studenten moeten allemaal aangesproken kunnen worden op hun bijdrage in het groepswerk en dat moet de docent ook doen;
- Directe interactie: de studenten moeten met elkaar kunnen overleggen, hiervoor is het wenselijk dat de groep niet te groot is (2-4 studenten);
- Samenwerkingsvaardigheden: de studenten moeten over samenwerkingsvaardigheden beschikken, dus daar moet jij als docent aandacht aan besteden;
- Evaluatie van het groepsproces: de studenten moeten met elkaar bespreken hoe de samenwerking is verlopen, de docent moet hier tijd voor vrijmaken.
Daarnaast is het belangrijk dat er voldoende orde is in de klas. De basis van effectieve lessen, is een positief leer- en werkklimaat.
Je kunt niet zomaar studenten bij elkaar in de groep
plaatsen en ze instrueren om samen te werken.
Mijn ervaringen met coöperatieve werkvormen
Ik las ooit het boek ‘Het tienerbrein’ waarin duidelijk naar voren kwam dat jongeren bijzonder gefocust zijn op leeftijdsgenoten. Door coöperatieve werkvormen in te zetten, zorg je ervoor dat je deze focus in positieve zin inzet. De grootste uitdaging is dus om ervoor te zorgen dat ze naast dat ze focust zijn op elkaar, ze vooral ook gefocust zijn op de lesstof.
De uitvoering van de werkvorm verloopt het meest soepel en effectief als ik duidelijke rollen en taken bedenk zodat iedereen moet bijdragen, de opdracht helder geformuleerd is zodat daar geen ruis ontstaat en als de opdracht relevant voor de student is. Mijn lessen zijn een voorbereiding op het beroep als sociaal werker, dus ik zorg ervoor dat de opdrachten daar raakvlakken mee hebben. Ook is het zinvol om de coöperatieve werkvorm in te zetten als je aan de groepsdynamica werkt. Met mijn loopbaanmaatje bespreek ik regelmatig met de klas hoe zij de lessen en de sfeer in de klas ervaren en wat er nodig is om dat te verbeteren (als dat gewenst is).
Klas in de weer (21)
Ik zal een aantal werkvormen uitwerken die te vinden zijn in het spel ‘5 minuten coöperatief’. Om te beginnen bij Klas in de weer.
De klas in de weer is een manier om informatie tussen teams uit te wisselen tijdens groepsopdrachten. Studenten leren van elkaar.
- De klas werkt in teams aan een opdracht;
- De leraar legt de activiteit stil en vertelt dat de klas even ‘in de weer’ komt;
- De leraar noemt een plaatsnummer. Alle studenten die dan op dat plaatsnummer zitten, mogen bij de andere groepjes gaan kijken om tips op te doen (aanpak/werkwijze) om te zien of anderen antwoorden hebben waaraan ze zelf nog niet hadden gedacht;
- Als de tijd om is, gaan alle studenten terug naar hun eigen team;
- De studenten vertellen hun teamgenoten wat ze hebben geleerd. Het team werkt met de nieuwe informatie verder aan de opdracht.
Luister goed (1)
De studenten maken pas aantekeningen nadat de leraar uitleg of instructie heeft gegeven. Ze helpen elkaar om een optimale samenvatting te krijgen.
- De leraar vertelt iets over een onderwerp, legt uit of leest iets voor;
- De leraar stopt met vertellen. De studenten vatten individueel samen wat er is gezegd;
- De teamleden laten elkaar om de beurt hun aantekeningen zien. Ze vullen hun samenvatting aan met de goede punten van anderen;
- De leraar somt de punten op die in de samenvatting moeten staan;
- De teamleden checken of ze essentiële punten goed hebben genoteerd.
TweeGesprek op Tijd (4)
Studenten vertellen elkaar binnen een vastgestelde tijd wat ze van een onderwerp weten. Zo activeren ze voorkennis of reflecteren ze op wat ze hebben geleerd.
- De leraar noemt een onderwerp en geeft studenten DenkTijd;
- Student A vertelt en student B luistert;
- De leraar geeft aan dat het tijd is. Student B vat samen wat student A heeft gezegd;
- Student B vertelt en student A luistert;
- De leraar geeft aan dat het tijd is. Student A vat samen wat student B heeft gezegd.
Tip: Om het samenvatten te leren, geef je studenten een hulpzin zoals: “Het belangrijkste wat je vertelde was…” of: “Je hebt verteld over…”
Wat het mij oplevert
Ik vind het leuk om te zien hoe studenten in interactie met elkaar aan de slag gaan met de lesstof. Er ontstaat een positieve sfeer. Soms wat luidruchtiger dan anders, maar dat is ook niet gek. Dat betekent vaak dat er geleerd wordt omdat ze druk bezig zijn met de lesstof.
De werkvormen zorgen voor een goede afwisseling tussen plenaire onderdelen, zelfstandig werken en werken in groepjes. Dat draagt bij aan een goede spanningsboog bij de student. Ik merk dat studenten elkaar in gemakkelijke taal kunnen helpen met de lesstof, wat natuurlijk een mooie opbrengst is. Studenten leren belangrijke samenwerkingsvaardigheden zoals initiatief nemen, samenvatten, doorvragen, samen afwegingen maken en het loslaten van taken. Dat laatste kan ontstaan omdat iedereen een vaste taak heeft. Door ze deze vaardigheden te laten oefenen in een lessituatie waarvoor ze niet worden beoordeeld, zorg je voor een veilige leersituatie waar ze tijdens latere samenwerkingen profijt van hebben.
Er ontstaat een positieve sfeer. Soms wat luidruchtiger dan anders,
maar dat is ook niet gek. Dat betekent vaak dat er geleerd wordt
omdat ze druk bezig zijn met de lesstof.
Meer informatie
De werkvormkaarten zijn te bestellen via Onderwijs Maak Je Samen. Ik heb meer van zulke artikelen geschreven. Bekijk ze hier:
Als je onderzoeken erop naslaat zie je dat het in de praktijk nog vrij lastig is om coöperatieve werkvormen succesvol in te zetten. Hoe pak jij het aan? Maak je gebruik van de 5 basiskenmerken? Maak jij kaartjes voor de rollen of voor de opdrachten of heb je een andere manier bedacht die jouw studenten goed activeert? Laat het ons weten in de reacties.
Word ook onderdeel van de Blijven Leren community!
Op sociale media praten we verder over onderwijs en delen we tips met elkaar. Volg Blijven Leren op Facebook, Youtube en Instagram. Wil je meer dan dat? Bekijk hier meer informatie over mijn diensten en samenwerken.